Ga naar de inhoud

Wat is EPBD? / Wetgeving

EPBD

staat voor Energy Performance of Building Directive en is een Europese wet, welke is vastgelegd op 19 mei 2010. Een en ander verwijst naar artikel 15, 16 en 17 van de richtlijn 2010/31/EU. Voor Nederland is dit verder beschreven in Staatscourant 32499 van 20 november 2013 Sindsdien is de EU wet dus wet in Nederland en moet als zodanig worden uitgevoerd.

Sinds 9 juli 2018 is de EPBD gewijzigd op Europees niveau en is de EPBD III wet geworden. Met ingang van 10 maart 2020 is deze wijziging ook in Nederland van kracht. Met name de eisen aan de te keuren installaties is belangrijk anders dan voorheen.

Vanaf 2026 geldt de EPBD IV.

4 of 5 jaarlijks termijn

Vanuit deze wetgeving moeten gebouwbeheerders/gebouweigenaren, maar ook gebruikers (afhankelijk van situatie) eens in de 4 jaar hun verwarmingssystemen en eens in de 5 jaar hun airconditioningsystemen laten keuren. Dat geldt sinds de invoering van de EPBD III vanaf een koel- of verwarmingsvermogen van meer dan 70 kW per installatie of systeem.5 jaarlijks termijn

Onafhankelijke keuring

Deze keuringen moeten, zoals aangegeven in de Staatscourant (Onderdeel E, artikel 7c pagina 30), worden uitgevoerd door een onafhankelijke partij, welke gebruik maakt van gecertificeerde deskundigen. Deze deskundigen zijn EPBD-A en/of EPBD-B inspecteur. De huisinstallateur is dus niet onafhankelijk.

In eerste instantie lijkt de keuring een last, echter het levert de gebouwbeheerder/gebruiker ook belangrijke voordelen op. Als vervolg op de keuringen door de EPBD-B inspecteur worden er energiebesparende maatregelen voorgesteld met bijbehorende kostenbesparing door minder energieverbruik en meer comfort van uw gebouw door een optimaal werk- en verblijfsklimaat. Ook wordt er gekeken naar de kwaliteit van de installatie(s) en kan de keuring al een eerste opstart zijn naar een duurzame gebouwcertificering als BREEAM-NL In Use, wat het imago van het gebouw verbeterd, de waarde verhoogd en de verhuurbaarheid verbeterd.

Verplichte keuring

De verplichte keuring van airconditioningsystemen is zoals genoemd de Nederlandse invulling van de Europese richtlijn Energieprestatie Gebouwen. Deze richtlijn verplicht EU-landen om maatregelen te nemen die de energieprestatie van gebouwen verbeteren. De keuring is dus goed voor het milieu. Met een optimaal afgesteld airconditioningsysteem wordt er al snel 10% tot 30% bespaard op de jaarlijkse energiekosten voor koeling, maar ook verwarming en ventilatie.

Keuringsverslag

In een oogopslag inzicht krijgen in de verbetermogelijkheden; Het keuringsverslag is een handig hulpmiddel voor de keuring. Deze standaard methode checkt de onderlinge afstemming van de apparatuur en regelingen. Zo controleert de inspecteur tijdens een inspectiebeurt uw gehele installatie. Een keuring uitgevoerd met behulp van de het keuringsverslag voldoet automatisch aan de eisen van de EPBD III inspectie. En met de oplossingen wordt de kans op storingen teruggebracht, een lager energieverbruik gerealiseerd en het comfort wordt vergroot. Verder is het keuringsverslag een standaard systeem, waardoor elke inspecteur dezelfde methodiek aanhoudt en zo zal ook de uitkomst hetzelfde moeten zijn. Vanuit het keuringsverslag volgt ook de advieslijst.

Hiernaast ziet u een voorbeeld van een deel uit een rapportage betreft een werkelijk uitgevoerde inspectie van Aqus.

Wat wordt er beoordeeld?

Er is zijn ook veel vragen over wat er nu wel en niet binnen de EPBD keuring moet worden bekeken. Het is juist dat de verplichting wordt bepaald door het geïnstalleerd koelvermogen of verwarmingsvermogen. In de oude regeling, waren er drie klassen. De nieuwe eisen staan op pagina “Wie moet de keuring laten doen?”

Het is onjuist te denken dat er alleen gekeken wordt naar de koelinstallatie, airconditioning en verwarmingssysteem. Er moet ook gekeken worden naar en advies uitgebracht over andere installatieonderdelen in het gebouw.

Onderstaande is onderdeel van de keuring;

  1. Airconditioningsysteem / koelinstallatie gedefinieerd als;
    • Koelmachine
    • Warmtepomp mits gebruikt voor koeling
    • Gekoeld watersysteem
    • Centrale koeling
    • Multisplitsysteem (VRV / VRF) mits meer dan 70kW
    • WKO (warmte koude opslag) of Energieopslagsysteem
  2. Verwarmingssysteem gedefinieerd als;
    • CV ketel
    • Warmtelevering derden
    • Warmtepomp, mits deze niet gebruikt wordt voor koeling
    • WKO (warmte koude opslag) of Energieopslagsysteem
    • WKK (warmte kracht koppeling)
  3. Vaststellen en uitvoeren van de steekproef indien meerdere afgifte eenheden zijn.
  4. Verzamelen van alle benodigde documentatie als logboeken, tekeningen, gebruiksgegevens en ontwerpgegevens.
  5. Inspectie van;
    • Koude-opwekker / warmteopwekker
    • Pompen en leidingen
    • Condensor
    • Warmtewisselaars / afgifte-units (steekproef)
    • Luchtbehandelingssysteem inclusief in/uitlaat mits aangesloten bij de koeling, anders bij de verwarming
    • Volledige ventilatiesysteem als deze gekoppeld is aan de koeling of verwarming
    • Regeling
    • Bemetering
    • Monitoring systeem (Gebouwbeheerssysteem)
  6. Uitvoeren van de keuring en invullen van het keuringsverslag
  7. Beoordelen van de grootte van de installatie
  8. Beoordelen van rendement van de installatie
  9. Onderzoeken van alternatieven
  10. Adviseren in reductie koude-, warmtevraag of efficiënte opwekking
  11. Vaststellen van de advieslijst en deze toelichten
  12. Bepalen van kostprijs van verbeteradvies en Terugverdientijd (TVT)

Handhaving van de wet

Bij een wet is er ook handhaving benodigd. In de praktijk was dat nog nauwelijks zichtbaar, echter in de nieuwe Staatscourant is volgende vermeld;

Toezicht en handhaving van de regels uit het Bouwbesluit 2012 is belegd bij het decentrale bevoegde gezag. Toezicht en handhaving van de bepalingen in het Besluit energieprestatie gebouwen (BEG) ligt bij de Inspectie Leefomgeving en Transport, in mandaat van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Uit het oogpunt van handhaafbaarheid is ervoor gekozen om gemeenten bevoegd gezag te maken voor toezicht en handhaving, ook voor de bepalingen rondom de keuringen van airco’s die uit het BEG worden gehaald en in het bouwbesluit worden opgenomen. Toezicht en handhaving komen daarmee in één hand te liggen. Hiermee wordt voorkomen dat gebouweigenaren met verschillende toezichthouders te maken krijgen. Gemeenten hebben bovendien het beste inzicht in het lokale gebouwenbestand. Gemeenten kunnen desgewenst toezicht en handhaving van de EPBD III combineren met al bestaande toezichts- en handhavingstaken ten aanzien van bouw- en woningtoezicht of energiebesparingsverplichtingen (bijvoorbeeld op grond van de Wet milieubeheer).

De Gemeenten gaan dus de handhaving volledig doen. In de praktijk zal het er werkelijk op neer komen dat de milieuinspecteur van de gemeente, welke ook toeziet op naleven van andere milieu aspecten en F-gassen beleid deze controle zal meenemen. Daarnaast komt er een meldingsplicht, vergelijkbaar met het afmeldregister voor verwarmingsinstallaties, echter is dit nog niet geheel duidelijk.